Gran Canaria is net als de andere Canarische Eilanden van vulkanische oorsprong. Hoe oud het eiland is, is niet bekend. Wel schijnt dat de eerste bewoners op de Canarische Eilanden zich daar minimaal enkele honderden jaren voor Christus zich daar vestigden. De eerste bewoners zijn afkomstig uit Noord-Afrika, waarbij het niet zeker is of het om Berbers ging of om Cro-Magnonmensen. De naam Canarische Eilanden wordt gegeven in de eerste eeuw na Christus, als Plinius de Oudere het heeft over Insula Canaria.
Tot de tweede helft van de vijftiende eeuw leven de vreedzame beschavingen op Gran Canaria in rust, totdat Spaanse troepen in de periode 1478-1483 op gewelddadige wijze de macht overnemen. Het in Spaanse handen vallen van Gran Canaria in 1483 markeerde het einde van het tijdperk van de inheemse bevolking en het begin van een nieuw hoofdstuk voor het eiland. De Canarische Eilanden vormen sinds die tijd een belangrijke tussenstop op de route tussen Spanje en Midden- en Zuid-Amerika. Een deel van de bananenteelt wordt verplaatst naar Gran Canaria.